'Het is niet onmogelijk, alleen maar moeilijk'

Ooit gaat ze zelf haar levensverhaal opschrijven. Dat is een droom voor later, Yosr houdt alvast een dagboek bij.

Dit deel van haar geschiedenis begint wanneer ze vanuit Tunesië naar Nederland komt, samen met haar twee zoontjes van 3 en 8 jaar. ‘Ik wil een goede toekomst voor mijn kinderen. In Tunesië is er politieke onrust en het onderwijs is er niet zo als hier. We willen in dit land iets opbouwen.’

Een eigen huis

Het drietal kan hier verblijven vanwege hun Nederlandse paspoort. ‘Mijn ouders hebben lang in Nederland gewoond, mijn vader runde een restaurant in Amsterdam. Zij wonen inmiddels weer in Tunesië, ik ben daar geboren en opgegroeid. Mijn broer is al eerder naar Nederland verhuisd. Toen het mij goed leek voor de kinderen om in Nederland op te groeien, was ik blij dat ik na aankomst eerst bij hem terecht kon. Zijn woning is niet groot, we sliepen in de woonkamer. Maar dat geeft niet. Ik zou gewoon op zoek gaan naar een eigen huis voor mij en de jongens. Mijn broer was daar absoluut niet optimistisch over: ‘Dat gaat je nooit lukken, er zijn helemaal geen huizen’, zei hij. Dat wilde ik natuurlijk niet horen. 

Maar ik wist zeker: mijn kinderen blijven bij mij. Ze zijn alles voor me en ik ga er alles aan doen dat het goed komt. Ik ga niet opgeven.

En het was gewoon geen optie dat het niet zou lukken, dus ik ben de mogelijkheden gaan onderzoeken door meteen overal op af te gaan. Ik ging niet alleen op zoek naar een woning, maar ik ben ook gaan praten met Het Sociaal team van de gemeente en met Stichting MEE. Ik wilde alles proberen.’
Het blijkt dat er eigenlijk geen kinderen in het huis van Yosrs broer mogen verblijven. Dat wist een buurman blijkbaar ook. Hij klaagt over het lawaai, klopt steeds op de muur. Op een dag staat hij bij Yosr op de stoep. ‘Hij wilde binnenkomen, duwde tegen de deur. Ik voelde me bedreigd. Gelukkig kon ik hem buiten houden en de deur dichtdoen, daarna heb ik de politie gebeld. Die is met mij en met de buurman in gesprek gegaan, maar toen kreeg ik te horen dat ik nog tien dagen had en dat we daarna weg moesten zijn. Jeetje, wat was ik in paniek.’

En die paniek is terecht: Yosr en haar zoontjes dreigen dakloos te worden. Het zou ook betekenen dat de jongens uit huis geplaatst zouden kunnen worden. Ze zijn minderjarig, hebben (ook) de Nederlandse nationaliteit en zonder dak boven hun hoofd hebben ze geen veilige plek. De overheid is dan verplicht om daarvoor te zorgen. ‘Ik was zo moe en zo verdrietig’, herinnert Yosr zich. ‘Maar ik wist zeker: mijn kinderen blijven bij mij. Ze zijn alles voor me en ik ga er alles aan doen dat het goed komt. Ik ga niet opgeven.’

Verdriet en emoties

Ze zoekt contact met de gemeente en met de Regenboog Groep, die zich bekommert om daklozen. Het Sociaal team roept de hulp in van Eigen Plan. Fatima start als Eigen Plan coach. Zij vertelt: ‘Uiteraard is een terugkeer naar Tunesië aan de orde geweest. Die optie is door de gemeente op tafel gelegd. Maar Yosr was zo vastbesloten om hier te blijven, dat ik ben gevraagd om samen met haar te kijken of er iets te regelen zou zijn binnen haar netwerk. De eerste keer bij haar thuis hebben we lang gepraat. Yosr wist wat ze wilde – een huis, zodat ze in Nederland kon blijven – maar ze had geen netwerk. Dacht ze. Zei ze. Ze zat zo in haar verdriet en emoties dat het haar niet goed lukte om daar over na te denken. Daarom ben ik de tweede keer met haar aan de slag gegaan met de Yücelmethode. Dat werkt goed om uit de emotie te blijven en tegelijkertijd de situatie tastbaar te maken. Toen werd ineens zichtbaar dat er best een netwerk is voor haar en de kinderen.

We konden blokjes opstellen voor betrokkenen van school, uit de speeltuin, van verschillende instanties, een taalcoach, een aardige buurman.’
‘Ja, dat werkte goed voor mij ‘zegt Yosr. ‘Mijn jongens vonden het ook leuk, ‘mama is aan het spelen’ riepen ze. De oudste kwam met een tekening van een huis: ‘dit is mijn droom mama’.

Situatie tastbaar

‘Het was leuk om dat samen te doen’, gaat Fatima verder. Ík kon toen ook zien dat er best een heleboel mensen betrokken zijn. Daarmee was er natuurlijk nog steeds geen huis. Maar het hielp wel dat veel mensen iets wilden doen: de buurman deed boodschappen en hielp met vervoer als het nodig was. Anderen kookten voor het gezin.’
Dat kwam goed uit, want Yosr en de jongens hadden ondertussen hun intrek genomen in een hotel op kosten van de gemeente. Fatima en Yosr hebben dan regelmatig contact. ‘Ik moedigde haar aan om geduld te hebben, rustig te blijven, vooral in het contact met hulpverleners. Als het nodig was liet ik haar uithuilen. Samen maakten we een tijdlijn: wat is al gelukt, waar sta je nu, wat is er nodig? En: wie kan je helpen? Hulp vragen vond ze lastig, maar ik was onder de indruk van haar motivatie en inzet.’
Lachend zegt Yosr: ’Wat heb ik toen veel gehuild. Ik was moe, had geen geld, geen huis. Natuurlijk heb ik er ook wel eens aan gedacht om terug te gaan naar Tunesië. Maar ik kon de kinderen toch niet steeds heen en weer slepen? Bovendien: ik wilde gewoon blijven.

Dus elke avond als de jongens sliepen, struinde ik internet af naar een woning. Het maakte me niet uit waar ik terecht zou komen, als het maar een fijne, rustige plek was. Ik heb me overal ingeschreven waar dat kon. Ik bleef denken: het is niet onmogelijk, alleen maar moeilijk.’
Haar inzet wordt beloond: na een paar maanden vindt Yosr een sociale huurwoning in de Achterhoek. En dan gaat het snel: binnen twee weken heeft ze de sleutel. De aardige buurman en Stichting MEE helpen met vervoer voor de verhuizing.

Zó blij!

‘Het was leuk om dat samen te doen’, gaat Fatima verder. Ík kon toen ook zien dat er best een heleboel mensen betrokken zijn. Daarmee was er natuurlijk nog steeds geen huis. Maar het hielp wel dat veel mensen iets wilden doen: de buurman deed boodschappen en hielp met vervoer als het nodig was. Anderen kookten voor het gezin.’ Dat kwam goed uit, want Yosr en de jongens hadden ondertussen hun intrek genomen in een hotel op kosten van de gemeente. Fatima en Yosr hebben dan regelmatig contact. ‘Ik moedigde haar aan om geduld te hebben, rustig te blijven, vooral in het contact met hulpverleners. Als het nodig was liet ik haar uithuilen. Samen maakten we een tijdlijn: wat is al gelukt, waar sta je nu, wat is er nodig? En: wie kan je helpen? Hulp vragen vond ze lastig, maar ik was onder de indruk van haar motivatie en inzet.’ Lachend zegt Yosr: ’Wat heb ik toen veel gehuild. Ik was moe, had geen geld, geen huis. Natuurlijk heb ik er ook wel eens aan gedacht om terug te gaan naar Tunesië. Maar ik kon de kinderen toch niet steeds heen en weer slepen? Bovendien: ik wilde gewoon blijven.