‘Het was leuk om dat samen te doen’, gaat Fatima verder. Ík kon toen ook zien dat er best een heleboel mensen betrokken zijn. Daarmee was er natuurlijk nog steeds geen huis. Maar het hielp wel dat veel mensen iets wilden doen: de buurman deed boodschappen en hielp met vervoer als het nodig was. Anderen kookten voor het gezin.’
Dat kwam goed uit, want Yosr en de jongens hadden ondertussen hun intrek genomen in een hotel op kosten van de gemeente. Fatima en Yosr hebben dan regelmatig contact. ‘Ik moedigde haar aan om geduld te hebben, rustig te blijven, vooral in het contact met hulpverleners. Als het nodig was liet ik haar uithuilen. Samen maakten we een tijdlijn: wat is al gelukt, waar sta je nu, wat is er nodig? En: wie kan je helpen? Hulp vragen vond ze lastig, maar ik was onder de indruk van haar motivatie en inzet.’
Lachend zegt Yosr: ’Wat heb ik toen veel gehuild. Ik was moe, had geen geld, geen huis. Natuurlijk heb ik er ook wel eens aan gedacht om terug te gaan naar Tunesië. Maar ik kon de kinderen toch niet steeds heen en weer slepen? Bovendien: ik wilde gewoon blijven.